Ruim zestig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog is het accent van de 5 mei-viering meer en meer verschoven naar vrijheid in algemene zin. Vrijheid is een verworvenheid of recht om te kunnen doen en laten wat je wilt, uiteraard binnen bepaalde grenzen. Van meningsuiting tot seksuele geaardheid voor ons, in tegenstelling tot vele andere wereldburgers, is vrijheid gewoon. Niets is menselijker dan het verlangen naar meer dus worden grenzen afgetast. Asocialen en criminelen gaan er bewust overheen, overlast en misdaad zijn de keerzijden van vrijheid. Een goede wisselwerking tussen geven en nemen is ook bij vrijheid een must.
Ik ben beperkt in allerlei vrijheden, voel me gevangen in mijn eigen lichaam. Zo hulpafhankelijk als ik ben en gekluisterd aan de rolstoel, kom ik soms mijn kamer niet af. Als ik hoestbuien heb en verwacht slijm op te kunnen geven dan ga ik niet naar buiten me onder de mensen begeven. Het leegraken van de zak sonde-voeding of het moeten plassen, zal ik rekening mee moeten houden. Voorheen reed ik naar het tennispark bij Spaubeek, de Geleense binnenstad en zelfs Beek of Stein maar sinds ik ben aangewezen op kinbesturing, is de actieradius aanzienlijk geslonken. Zo lang als ik mijn elro en spraakcomputer zelfstandig kan bedienen dan is er voor mij nog voldoende te genieten, hoe beperkt dan ook.