25 juli, 2012

Alles goed

De benadering van iemand in een rolstoel is bij velen voor verbetering vatbaar. Men weet zich geen houding te geven en doet of zegt ondoordachte, verkeerde dingen. Klakkeloos wordt aangenomen dat lichamelijk gehandicapt altijd samengaat met verminderde geestelijke vermogens. Direct contact met de rolstoeler wordt vermeden en men richt zich tot de omstanders, zelfs als wordt verzekerd dat hij of zij goed aanspreekbaar is. Uit onwetendheid over het ziektebeeld of omdat het kennelijk te confronterend is, vindt men je zielig en word je genegeerd. Dat zijn uitgerekend een tweetal zaken wat iedere rolstoeler absoluut niet wil. Alles goed is de topper onder de misplaatste opmerkingen tegen ALS-patiënten en vele andere chronisch zieken. Ook voor de gezonde medemens is het meer een vluchtige opmerking dan een serieuze vraag. Sommige quasi geïnteresseerden lopen ondertussen door want men rekent op een snelle bevestiging. Bij een ontkenning realiseert men zich dat het meer tijd gaat kosten dan ze lief is. Het is haast een ongepaste opmerking danwel retorische vraag want ik heb dag en nacht te maken met de gevolgen van ALS. Voor veel ongemakken en tekortkomingen treedt een zekere gewenning op maar in sommige situaties heb ik meer moeite, bijvoorbeeld op feesten als het gemis van praten, drinken en eten beduidend groter is.