29 mei, 2009

Gewoon goed

Het tweede Grand Slam toernooi van dit tennisseizoen is afgelopen zondag in Parijs van start gegaan. Roger Federer heeft te kennen gegeven dat hij zeker tot en met de Olympische spelen van Londen in 2012 op het hoogste niveau wil blijven tennissen. Daarnaast aast hij op minimaal nog een Grand Slam titel, bij voorkeur Roland Garros want die ontbreekt op zijn erelijst. Pete Sampras heeft met veertien Grand Slam titels het record in handen en Roger Federer is bij dertien blijven steken. Zo mogelijk wil hij de nummer 1 positie op de wereldranglijst heroveren maar de concurrentie is groot. De top vier is erg aan elkaar gewaagd en Rafael Nadal, Andy Murray en Novak Djokovic zijn jongere spelers, die evengoed hun ambities hebben. Als de arbitrage je vaak met Jeu aanspreken dan gaat het goed en na zeven partijen kan de Franse Open titel behaald zijn. Niets is uitgesloten in tennis en ik gun het Roger Federer, die tot de sympathiekste in het tenniscircuit behoort. Ondanks zijn kwaliteiten en aanzien, altijd met correct gedrag en zonder kapsones in tegenstelling tot de huidige mondiale tennisleider. Rafael Nadal permitteert zich fratsen, die anderen niet in hun hoofd halen of anders daarvoor berispt zouden worden. Terwijl de arbiter en de tegenstander al minutenlang klaarstaan, werkt hij in alle rust zijn voorbereiding af. Die uitvoerige ceremonie eindigt met het nuttigen van een energiegevende emulsie gevolgd door slokken uit twee flessen, die hij met uiterste precisie voor zich op het gravel plaatst. Wanneer hij zich dan eindelijk voegt bij de twee heren, die inmiddels wortel hebben geschoten, staat hij als een bezetene te springen. Binnen twintig seconden serveren, geen pauze nemen na de eerste game van een set en niet van racket wisselen zonder dat het mankementen vertoont gedurende twee aaneengesloten games zijn regels die frequent worden geschonden en waar de arbiters paal en perk aan zouden moeten stellen.