31 mei, 2008

Tannis

Afgelopen weekend werden veel tenniscompetities weer afgesloten en kampioenschappen behaald. Zaterdag speelde het team van Eric, die zelf vanwege ziekte ontbrak, de zevende competitieronde uit tegen S.L.T.C. Deze grote vereniging beschikt over een langgerekt tennisterrein aan de rand van het Stadspark in Sittard. Dit stukje natuurschoon is net als het Vondelpark in Amsterdam uitgeroepen tot rijksmonument. Ik kan heus wel wat hebben maar het taalgebruik verdiende die middag geen schoonheidsprijs. Vanaf de negen tennisbanen klonk met regelmaat gevloek en getier door op het voor het overige van geluidsoverlast gevrijwaarde park. Met name de drieletterige benaming voor het vrouwelijk geslachtsorgaan was in allerlei woordcombinaties veel gehoord. Tennis is al lang geen elitesport meer en dat bekakte is nergens voor nodig maar zulke reacties ook niet. Als je zelf faalt of je tegenspeler maakt een mooie actie, kun je dat gewoon accepteren in plaats van het telkens in schuttingtaal toe te schrijven aan pech of geluk. Met het racket smijten en de bal keihard tegen het net of de afrastering slaan zijn irritante en zinloze krachtsverspillingen, die de verbale uitspattingen vaak vergezellen. Waarschijnlijk heeft men het zelf niet meer in de gaten, misschien een clubcultuur geworden, maar voor de toeschouwers is het verre van plezierig.