06 februari, 2008
Zo verdomd alleen
Er zijn momenten dat ik mij sociaal geisoleerd voel en daar bedroefd om kan zijn. De luxe om altijd en overal naar toe te kunnen gaan en je woord te kunnen doen, realiseer je pas als het niet meer kan. In de auto stappen om een visite af te leggen. Op de fiets springen om een boodschap te doen. Een ommetje maken en met iemand in gesprek raken. Even iets nuttigen in een restaurant of cafeetje. Bij de zoete inval iets meteen uitvoeren is er voor mij niet meer bij. Alles moet tijdig en weloverwogen gepland en geregeld worden. Een taxirit moet minimaal een uur van tevoren worden geboekt en dan kan de taxi met een marge van een half uur voorrijden. De ritduur mag maximaal anderhalf keer de kortst mogelijke reistijd bedragen. Iemand zal mij moeten begeleiden of op de bestemming aanwezig moeten zijn om assistentie , verlenen bij alles eigenlijk. Altijd orienteren waar ik voor een toiletbezoek terecht kan want als het mogelijk is om een gebouw te betreden dan hoeft dat nog niet voor de wc te gelden. De onverstaanbaarheid weegt voor mij veel zwaarder dan de problemen die ik op het vlak van mobiliteit en toegankelijkheid ondervind. Zelf praat ik veel minder dan voorheen maar ook anderen mijden contact omdat van een vlotte conversatie toch geen sprake kan zijn. Over het algemeen wordt aangenomen dat een rolstoeler ook geestelijk niet in orde zal zijn. Ik kan en wil graag meepraten over allerlei onderwerpen ook al gaat dat moeizamer. Hoe groter het gezelschap, hoe kleiner de kans dat ik er tussen kom want anderen overstemmen dat lukt echt niet. Ik zit dan op een eiland en kan alleen maar horen, zien en zwijgen. Dat doet me denken aan een tekst van Van Dik Hout; ik heb niemand nodig om alleen te zijn, uit elkaar is beter dan samen alleen.